Een door het toilet gespoelde baby-alligator verschanst zich twaalf jaar lang onopgemerkt in het riool, alwaar hij zich voedt met hondenlijken afkomstig van medische experimenten. Als er menselijke ledematen in het water gevonden worden, is het aan de gefrustreerde smeris David Madison om het zaakje te onderzoeken...
Normaliter kun je van dieren horror beter niet een al te hoog verwachtingspatroon hebben. Voorbeelden van dit genre zijn om uiteenlopende redenen namelijk dikwijls het aanzien nauwelijks waard. Alligator van Lewis Teague heeft me echter op praktisch alle vlakken aangenaam verrast. De effecten kunnen behoorlijk genoemd worden en het scenario zit zowaar goed in elkaar, met een licht humoristische toon die bij mij aansloeg. Zelfs het acteerwerk, vaak een manco in dit soort films, viel me mee. Robert Forster (o.a. Jackie Brown en Mulholland Drive) zet op aardige wijze de hoofdpersoon neer, terwijl Henry Silva als Colonel Brock een geinige draai geeft aan zijn stoere imago.
Vernieuwend kan de film niet genoemd worden. Ik heb de indruk dat er goed gekeken is naar wat werkt in andere vergelijkbare films (vooral Jaws van Steven Spielberg) en dat daarmee aan de slag is gegaan. En waarom het wiel opnieuw proberen uit te vinden? De film is hierdoor weliswaar niet speciaal, maar wel effectief door zijn doelmatige aanpak.