Deze film handelt over een Jodin die, tijdens de Tweede Wereldoorlog, in een vrouwenkamp belandt. Als snel wordt duidelijk dat de Nazi's die er de dienst uitmaken, stuk voor stuk sadistische machtswellustingen zijn. Dat het er voor de gevangengenomen Jodinnen geen pretje is, laat zich raden. Hen staat een ieder een gruwelijk lot te wachten. De hoofdpersoon is een Jodin die wat taaier is dan de rest. Dat vinden de Nazi's interessant. Op haar wordt allerlei psychologische terreur toegepast, maar de vrouw geeft geen krimp. Haar overlevingsdrang is te sterk. De kampcommandant, een sado-masochistische smeerlap, wordt hierop verliefd op de Jodin. Aan de hand van de vertelstructuur weten we overigens vanaf de beginscène reeds dat zij en de commandant het overleven. De hoofdmoot van de film is een uitgebreide flashback van haar kamptijd, waarin hun bizarre relatie uit de doeken wordt gedaan. Enfin, de kampcommandant is vrijgesproken van oorlogsmisdaden en keert tezamen met de Joodse vrouw terug naar het kamp; een treffende plek om een rekening te vereffenen met de man die er je pasgeboren baby vemoordde...
Deze film zou ik willen omschrijven als een kruising tussen Ilsa, She Wolf of the SS en Salò o le 120 Giornate di Sodoma, die respectievelijk één en twee jaar eerder uitkwamen. Van veel originaliteit is in elk geval geen sprake. En van veel vermaak, net als bij de twee films die ik reeds noemde, overigens ook niet. Het grootste probleem dat ik heb met L'Ultima Orgia del III Reich, tevens bekend onder de vermakelijke titel Caligula Reincarnated as Hitler, is dat de film te frequent de verveling weet te laten toeslaan. Het verhaal is er een over machtsmisbruik, maar weet behoudens een dozijn verknipte personages, wat tortuur en kannibalisme (baby-stoofpotje, crêpe suzette met als basis een Jodin) verder niets te bieden. De beelden zijn hierbij niet indringend genoeg, mede door de goedkoopheid van de productie. De film is wel weg te kijken hoor, daar niet van. Maar enkel het shock effect van expliciete Nazi-gruwelen is voor mij bij lange na niet genoeg reden om een voldoende uit te delen. Helaas is dat daarentegen zo'n beetje het enige waar dit werkje van Cesare Canevari op kan bogen.