Hier hebben we het achtste deel van de Hellraiser-reeks en, na Hellseeker en Deader, de derde reeds van regisseur Rick Bota. Zoals vaker in de reeks wordt er getracht uit een ander vaatje te tappen dan voorgaande delen, uiteraard zonder het element van het duivelse puzzeldoosje uit het oog te verliezen. Het eerste half uur maakt pijnlijk duidelijk dat Pinhead op de tienerhorror-toer gaat. Een aantal jongeren, die een vriend nog ten prooi hebben zen vallen aan Pinhead en zijn vriendjes, weet het het online rollenspel Hellworld op te lossen, hetgeen ze een voucher oplevert voor een exclusief hels feestje. Om de plot maar te verpesten (en een lang verhaal kort te maken) blijkt de vader van de dode vriend achter de gruwelijke festiviteiten te zitten. Deze kerel, gespeeld door b-film koning Lance Henriksen, wil namelijk wraak nemen voor de dood van zijn zoon. Ook al verwaarloosde hij zijn zoon jarenlang, toch vindt pa het na zijn overlijden de moeite waard om de vrienden die verslaafd zijn aan hetzelfde gevaarlijke spelletje er op sadistische wijze in te luizen. Hiervoor huurt hij een landhuis af om een Hellworld feest te geven en weet hij de vrienden van zoon te drogeren en levend te begraven. Door de hallucinogene drugs slaan de vrienden, in hun kist, flink aan het trippen met alle bloedige gevolgen van dien...
De eerste dertig minuten beloven een teeny horrorfilm à la I Know What You Did Last Summer met personages al net zo irritant als in die kutfilm. Niet veel later mocht ik echter het eerste gruwelmoment beleven, hetgeen gelukkig gepaard ging met de plezante bloederigheid die ik van een Hellraiser verwacht. De film steeg dus aanzienlijk in mijn achting en -niet onbelangrijk- het vermaakgehalte ging tevens behoorlijk omhoog. Het domme feestje dat als achtergrond dient had bovendien als voordeel dat er aardig wat tietenshots werden uitgedeeld. Deze waren ook wel nodig, want de plot op zich wist veel te weinig te bieden. Pinhead himself draaft in totaal ook nog een anderhalve minuut op. De scriptschrijvers laten hem enkel zinnen uit het eerste deel parafreseren, hetgeen vrij pathetisch is. Ondertussen is er veel ruimte voor baggermuziek en half afgemaakte subplots die veel interessanter zijn dan de hoofdmoot die er nu wordt voorgeschoteld. De nunsploitation-weg die er even dreigde ingeslagen te worden had bijvoorbeeld een veel betere film opgeleverd. Niettemin zijn de gruwelscènes vrij aardig en is hoe de vork in elkaar steekt, voor zo'n clichéfilm, enigszins verrasend. Nochtans heeft het mijns inziens weinig met het originele concept te maken, daar het vooral een wraakoefening van een vader betreft. En pa heeft, zoals gezegd, alles in scène gezet. Gelukkig komt Pinhead op het einde in het echt ook nog om de hoek kijken, hetgeen dan toch nog als een kers op de matige taart fungeert. Al met al was 'ie beter dan verwacht, doch echt veelzeggend is dat ook weer niet.