Henry Spencer woont in een post-industriële wereld, heeft een relatie met Mary en weet haar te bezwangeren. Dit tegen de wens van haar ouders in. Het kind blijkt een mutant te zijn, waar Mary niet mee om kan gaan. Als ze besluit het huis te verlaten, staat Henry er alleen voor. Hij ontwikkelt echter ook suïcidale gevoelens en kan niet omgaan met het eeuwige gejank van de freakbaby. Hij zoekt naar een uitweg uit zijn hel, maar de oplossing blijkt een niet voor de hand liggende te zijn.
Eraserhead is het lange speelfilmdebuut van
David Lynch. De regisseur die bekend staat om zijn onconventionele films laat ook in zijn eersteling zien dat hij de kunst van de freaky film goed heeft begrepen.
Eraserhead voelt als een trip door een bizarre wereld van iemands bizarre geest. Door vreemde tussenscènes die weinig verband met het hoofdverhaal lijken te hebben, is het echter moeilijk de aandacht er voor de volle honderd procent bij te houden. Een voorbeeld hiervan is een lelijke vrouw in een radiator die in een theater danst en hier wormen kapot stampt.
Ik heb geen zin om hier uitgebreid in te gaan om de diepere psyche van deze film. Daarvoor kun je op allerlei andere websites terecht. Ik vind ook dat een film gewoon moet kunnen boeien zonder dat er per se een vergaande analyse aan ten grondslag ligt.
Eraserhead kan echter welhaast niet zonder een dergelijke analyse. Daar zit voor mij ook meteen het pijnpunt bij deze vreemde rolprent. Ik heb er vier kijksessies over gedaan om dit 80 minuten durende werkje te aanschouwen. Ik was geïntigreerd en werd gefascineerd, maar toch wist dit verhaal me niet te grijpen. Wellicht dat een geestverruimend hulpmiddel deze ervaring anders weet te maken. Voor de toekomst zeggen we dan maar.